-
1 ongeregeld
2 [onregelmatig] irregular3 [losbandig] free and easy♦voorbeelden:1 een zootje ongeregeld • 〈 artikelen〉 a mixed bag; 〈 bij elkaar geraapt groepje〉 a motley crew, a mixed bunchII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [leger] irregular♦voorbeelden:1 ongeregelde troepen • irregular forces, irregulars -
2 vrijgevochten
♦voorbeelden:2 een vrijgevochten boel • Liberty Hall, a go-as-you-please -
3 een ongeregeld leven leiden
een ongeregeld leven leidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ongeregeld leven leiden
-
4 fladderen
♦voorbeelden: -
5 hij fladdert maar wat (rond/aan)
hij fladdert maar wat (rond/aan)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij fladdert maar wat (rond/aan)
-
6 gerust
♦voorbeelden:1 een gerust geweten/gemoed • an easy/a clear conscience, an easy mindmet een gerust hart de toekomst tegemoet zien • face the future with confidenceik ben niet gerust zolang zij niet thuis is • my mind won't be at rest until she's home(wees maar) gerust, zij komt wel • rest assured that she's coming; 〈 informeel〉 don't worry, she'll comewees daar maar gerust op • (you can) set your mind at rest about thatgerust zijn op iets • feel confident about somethingU kunt gerust zijn • you can set your mind at restik ben er (helemaal) niet gerust op • I am not (at all) happy about itII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:je kunt het gerust aannemen als hij het zegt • you can rely on what he saysik durf gerust te zeggen dat …/die hond aan te raken • I don't hesitate to say that …, I'm not afraid to touch that dogga gerust je gang • (do) go ahead!, feel free to …kom gerust eens langs • feel free to drop indat had je gerust kunnen zeggen • it would have been perfectly all right for you to have said thatje mag gerust bij mij komen wonen • you're welcome to come and live at my placevraag gerust om hulp • don't hesitate to ask for helpje mag gerust weten … • I don't mind telling you … -
7 rustig
3 [niet haastig] steady4 [kalm] calm5 [niet luidruchtig/opdringerig] quiet♦voorbeelden:het water is rustig • the water's calmhet hart klopt rustig • the heart's beating evenly/regularlyrustig weer • calm weatherrustig en beheerst • cool, calm and collectedrustig antwoorden • answer calmlyblijft u rustig zitten • 〈 bij afscheid〉 please don't get up; 〈 veiligheidsmaatregel〉 please remain in your seatshij gaat rustig zijn gang • he goes about his business quietlyzich rustig houden • keep calmhij komt rustig een uur te laat • he quite happily/cheerfully comes an hour lateze zat rustig te lezen • she sat quietly readingrustig nou maar • take it easyhet rustig aan doen • take it easyrustig aan! • easy!, steady!je zou het wat rustiger aan moeten doen • you should take things a bit easieralles is rustig • everything's quieteen rustig gelegen huis • a house in quiet/peaceful surroundingsdaar kan ik rustig studeren • I can study there in peacehet is hier lekker rustig • it's nice and quiet hereII 〈 bijwoord〉1 [zonder bezwaar] safely♦voorbeelden:dat mag je rustig weten • I don't mind if you know this -
8 leven
leven1〈 het〉3 [levensduur] life, lifetime5 [morele handel en wandel] life7 [verschijnselen/werkzaamheden in een kring] life♦voorbeelden:het leven begint bij 40 • life begins at 40zijn leven geven voor zijn land • lay down one's life for one's countryvoor hun leven wordt gevreesd • there are fears for their liveszijn leven hangt aan een zijden draad(je) • his life hangs by a threadde aanslag heeft aan twee mensen het leven gekost • the attack cost the lives of two peoplezo is het leven • that's lifedat kostte hem het leven • that killed him/cost him his lifehet leven laten/erbij inschieten • lose one's lifezijn leven loopt op een eind • his end is drawing nearhet leven schenken aan • give birth toiemand het leven schenken • spare someone's lifezijn leven duur verkopen • sell one's life dearly, fight to the bitter endzijn leven wagen • risk one's lifebij leven en welzijn • if all is welliets in leven houden • keep something alivenog in leven zijn • be still alivein leven blijven • stay/keep aliveiemand naar het leven staan • be after someone's bloodom het leven komen • lose one's life, be killediemand om het leven brengen • kill someoneop gewelddadige wijze om het leven komen • meet (with) a violent deathhet leven van alle dag • everyday liferennen alsof je leven ervan afhangt • run for one's lifezijn leven niet (meer) zeker zijn • be not safe here (anymore)als je leven je lief is • if you value your lifeeen organisatie in het leven roepen • set up an organizationtekenen/schilderen naar het leven • draw/paint from life/natureuit het leven gegrepen • true to life, taken/drawn from (real) lifezijn hele verdere leven • for the rest of his lifezijn leven slijten • spend one's daysdat heb ik nog nooit van mijn leven gezien • I have never seen that in my lifevan zijn leven niet • never (in all my life)heb je van je leven! • well, I never!hij is voor zijn leven invalide • he will be an invalid for the rest of his lifevoor het leven benoemd • appointed for lifeeen lidmaatschap voor het leven • a life membershipvoor het leven getekend • marked for lifeiemand het leven zuur maken • make someone's life a miseryzijn eigen leven leiden • lead one's own life〈 figuurlijk〉 zijn eigen leven gaan leiden • lead/assume a life of its own 〈bijvoorbeeld van verhaal/gerucht〉een gemakkelijk leven hebben • have an easy lifeeen nieuw leven beginnen • turn over a new leafzijn leven beteren • mend one's wayszij heeft geen leven bij die man • that man makes her life a miseryhoe staat het leven? • how's life?een losbandig leven leiden • lead a wild life6 mijn/hun leven lang • all my life/their livesbij/tijdens zijn leven • in/during his lifetime7 het maatschappelijk/het huiselijk leven • public/private lifein het volle leven staan • be in touch with things10 een onderneming nieuw leven inblazen • breathe/inject new life into a firmleven in de brouwerij brengen • stir/liven things up, get things goinger kwam leven in de brouwerij • things were beginning to liven upiets/iemand weer tot leven brengen • bring something/someone to life again¶ een bruin leven • a good/an easy lifehij heeft ook het eeuwige leven niet • he won't last for everde bescherming van het ongeboren leven • protection of the unborn child————————leven22 [met betrekking tot zaken/voorstellingen] live (on)3 [zich voeden] live on4 [zijn dagen doorbrengen] live5 [zich gedragen] live♦voorbeelden:mens, durf te leven • come on, live a littlehij heeft niet lang meer te leven • he has not long to liveeeuwig leven • live eternallyen zij leefden nog lang en gelukkig • and they lived happily ever afterlanger leven dan iemand • outlive someonehaar ouders leven niet meer • her parents are no longer aliveleef je nog? • are you still alive?in leven en sterven • till death do us part〈 figuurlijk〉 te weinig om te leven en te veel om te sterven • hardly sufficient to keep body and soul togetherhij weet van voren niet dat hij van achteren leeft • 〈 aartsdom〉 he is not all there; 〈 de kluts kwijt〉 he's completely at sixes and sevensbij veel mensen leeft het idee … • many people still have the idea …leeft die vaas nog? • is that vase still in one piece?de kermis leeft niet meer bij de mensen • fun fairs no longer appeal to peoplewat er leeft binnen de organisatie • what is going on inside the organizationmet deze man is/valt niet te leven • you can't live with that manin angst leven • live in fearmet iemand in vrede leven • live in peace with someonewe leven toch in een vrij land? • it's a free country, isn't it?naar iets toe leven • look forward to somethingstil gaan leven • retirezij leven langs elkaar heen • they have little to say to each othergoed kunnen leven • be comfortably offzij kan er goed van leven • she can live well from itzij moet ervan leven • she has to live on ithij heeft genoeg om van te leven • he has enough to get byvan dit vak kun je niet leven • you can't make a living out of this tradeleve de koningin! • long live the Queen!deze romanpersonages leven • these characters are true to lifeweten wat er leeft onder de bevolking • know what people are thinkingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een leven leiden] live♦voorbeelden:1 een eenzaam leven leven • lead a solitary/lonely life -
9 tijd
1 [als ononderbroken eenheid; tijdsduur] time2 [tijdstip; juiste/geschikte moment] time5 [taalkunde] tense♦voorbeelden:in de helft van de tijd • in half the timein een jaar tijd • (with)in a yearna bepaalde tijd • after some/a time, eventuallygeruime tijd • a considerable time, a good whilede hele tijd • all the time, the whole timeeen hele tijd geleden • quite a while agohet is hoog tijd om te vertrekken • it's high time we leften dat is hoog tijd ook! • and about time too!het is de hoogste tijd! • 〈 in kroeg〉 time, (gentlemen,) please!een tijd lang • for a while/timeik heb haar lange tijd niet gezien • I haven't seen her for/in ages/quite a whileeen lange/korte tijd duren • last a long/short timevoor onbepaalde tijd • indefinitely, for an indefinite periodsedert onheuglijke tijden • since time immemorial〈 sport〉 een scherpe tijd neerzetten • record/run a fast timevrije tijd • spare/free time, time off, leisure (time)waar blijft de tijd? • where's the time gone (to)?het zal mijn tijd wel duren • I won't be around to see ithet duurde een tijdje voor ze eraan gewend was • it was/took a while before/until she got used to itik ben niet aan tijd gebonden • I'm not pressed for timeik geef je vijf seconden de tijd • I'm giving you five secondsje moet jezelf de tijd geven • take your timeiemand de tijd geven/gunnen • give someone timezich de tijd niet gunnen (om) • not take the time (to)heb je even tijd? • have you got a moment/a sec?die tijd heb ik gehad • I'm past that now, I've been through thatgeen/genoeg tijd hebben om … • have no/enough time to …tijd genoeg hebben • have plenty of/enough timede tijd hebben • have timewe hebben hem een tijd niet gezien • we haven't seen him for a/some while/some timewe hebben de tijd aan onszelf • our time is our ownweinig tijd hebben • not have got much time, be pressed for timeje hebt nog 14 dagen de tijd • you've got 14 days lefttijd kosten • take timeals je geen tijd hebt, maak je maar tijd • if you haven't got time, make timede tijd nemen voor iets • take one's time about/over somethingtijd opnemen • record the timeer is geen tijd te verliezen • there's no time to lose/to be lostde tijd verstrijkt • time passesdat was me nog eens een tijd! • what a time that was!, those were the days!mijn tijd zit erop • ±I've done my stintin de baas zijn tijd • during/on the boss's timeuw tijd is om • your time is upbinnen afzienbare tijd • within the foreseeable futurebinnen niet al te lange tijd • (with)in the not too distant future, before (too) longbinnen de kortst mogelijke tijd • in (next to) no timehet heeft in tijden niet zo geregend • it hasn't rained like this for agesmet de tijd breidde de hongersnood zich uit • as time went on the famine spreaddit zal met de tijd wel beter gaan • it'll probably get better in timemet zijn tijd geen raad weten • have time on one's handsna korte tijd lukte het ons om … • we soon managed to …sinds enige tijd • for some time (past)een tijd van 11 seconden • a time of 11 secondshet is maar voor korte tijd • it's only for a short whilevoor de tijd van • for a period ofvorig jaar om dezelfde tijd • (at) the same time last yearde plaatselijke tijd • local timede tijd is rijp om … • the time is ripe to …heeft u de tijd ? • have you got the time?'t is allang tijd geweest • it's long past/ 〈 informeel〉way past/way over timeals de tijd daar is • when the time/day comesde tijd verdrijven/korten/doden • kill timeeindelijk! het werd tijd • at last! it was about time (too)!het wordt tijd dat … • it is (high) time that …〈 pregnant〉 het wordt mijn tijd • I must be off, it's time for me to gobij tijd en wijle • now and again/thenmorgen/gisteren om deze tijd • (about/ Aaround) this time tomorrow/yesterdaytijd om te eten/te slapen • time to eat/to go to bedop vaste tijden • at set/fixed timesnet op tijd • just in timeop tijd • in time 〈om iets te doen/voorkomen〉; on time 〈 volgens een bepaald tijdschema, afspraak e.d.〉de bussen lopen precies op tijd • the buses run to/on time/scheduleruim op tijd • with plenty of time to spareop tijd naar bed gaan • not go to bed latezij is over tijd • she's late with her period, her period's late/overduerond die tijd • around then/that timesinds korte tijd • recently, latelyte allen tijde • at all timeste zijner tijd • in due course, when appropriatetegen die tijd • by that time, by thenten tijde van hun huwelijk • at the time of their marriageten tijde van Hendrik VIII • in the days/time/age of Henry VIIIvan tijd tot tijd • from time to timevan die tijd af • from that time (on/onward(s), (ever), since (that time)een tijd van komen en een tijd van gaan • ±nothing lasts foreverwarm voor de tijd van het jaar • warm for the/this time of yearsterven voor zijn tijd • die before one's time/prematurelyje moet de eerste tijd nog rustig aandoen • to begin with/at first you must take it easyin minder dan geen tijd • in (less than) no timeeen tijdje • a whileveel tijd in beslag nemen • take up a lot of timetijd te kort komen • run out/run short of time3 betere tijden gekend hebben • have known better times/seen better dayseen dure tijd • a time/period when the cost of living is highgoede/slechte tijden • good/bad timesde laatste tijd • lately, recentlyhij heeft een moeilijke tijd gehad • he's been through/had a hard timede goede oude tijd • the good old daysdat is allemaal verleden tijd • that's all in the past/water under the bridgezijn (beste) tijd gehad hebben • be past one's best/prime, have seen better daysdie tijd is geweest/‘voorbij’ • those days are gone/past/overer is een tijd geweest dat … • there was a time when …niet met zijn tijd meegaan • be behind the timesde tijden zijn veranderd • times have changedbij tijden • at times/intervals(goed) bij de tijd zijn • be right up to date, be on the ballin tijden van oorlog • in times of warin deze/onze tijd • in these times, nowadaysin deze tijd van het jaar • at this time of (the) yearin vroeger tijd • in earlier times/the pastmet zijn tijd meegaan • keep up with/move with the timesuit de tijd raken • go/get/become out of date; become outdateddie muziek is uit de tijd • that music is out of date/old-fashioneddat was voor mijn tijd • that was before my time/daydat was voor die tijd heel ongebruikelijk • in/for those days it was most unusualvóór die tijd was het een klooster • it used to be/previously it was a monasteryvóór de tijd van de auto • before the era of the car5 de tegenwoordige/verleden tijd • the present/past tense〈 figuurlijk〉 dat is voltooid verleden tijd • that's over and done with, that's ancient history
См. также в других словарях:
Free and easy — Free Free (fr[=e]), a. [Compar. {Freer} ( [ e]r); superl. {Freest} ( [e^]st).] [OE. fre, freo, AS. fre[ o], fr[=i]; akin to D. vrij, OS. & OHG. fr[=i], G. frei, Icel. fr[=i], Sw. & Dan. fri, Goth. freis, and also to Skr. prija beloved, dear, fr.… … The Collaborative International Dictionary of English
free and easy — {adj.} Not strict; relaxed or careless. * /The teacher was free and easy with his students./ * /He had a free and easy way of acting that attracted many friends./ * /They were free and easy with their money and it was soon gone./ … Dictionary of American idioms
free and easy — {adj.} Not strict; relaxed or careless. * /The teacher was free and easy with his students./ * /He had a free and easy way of acting that attracted many friends./ * /They were free and easy with their money and it was soon gone./ … Dictionary of American idioms
free-and-easy — adj. 1. unconstrained and informal; as, an informal free and easy manner. Opposite of {stiff}, {starchy}, {formal}. Syn: casual. [WordNet 1.5 +PJC] 2. lacking normal concern for propriety. Syn: free and easy. [PJC] … The Collaborative International Dictionary of English
free and easy — adj free and easy BrE very informal and relaxed ▪ the free and easy atmosphere of the local pub … Dictionary of contemporary English
free and easy — ► free and easy informal and relaxed. Main Entry: ↑free … English terms dictionary
free and easy — adjective Date: 1699 1. marked by informality and lack of constraint < the free and easy, open air life of the plains Allan Murray > 2. not observant of strict demands < too free and easy in accepting political contributions > • free and easiness … New Collegiate Dictionary
free and easy — also free and easy ADJ GRADED Someone or something that is free and easy is casual and informal. ...the free and easy atmosphere of these cafés. Syn: easy going, laid back … English dictionary
free\ and\ easy — adj Not strict; relaxed or careless. The teacher was free and easy with his students. He had a free and easy way of acting that attracted many friends. They were free and easy with their money and it was soon gone … Словарь американских идиом
free-and-easy — adjective natural and unstudied using their Christian names in a casual way lectured in a free and easy style • Syn: ↑casual • Similar to: ↑informal • Derivationally related forms: ↑casualness … Useful english dictionary
free and easy — relaxed and informal. The atmosphere in our office is always free and easy … New idioms dictionary